Psalmen

Psalmen

^{S.V. Psalm 9: 17} (9:18) "De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel toe, alle godvergetende heidenen." 

Hier blijkt dat men de hel kan verlaten om er eventueel later weer terug te keren. (?)

^{S.V. Psalm 15: 5} "Die zijn geld niet geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen den onschuldige. Die deze dingen doet, zal niet wankelen in eeuwigheid." 

Wordt helaas zelden nageleefd.

Diversen

Paulus

• Handelingen 7:9: "De mannen die bij hem waren hoorden wel de stem, maar zagen niemand." Handelingen 22:9: "En zij, die met mij waren, zagen wel het licht, maar de stem van Hem, die tot mij sprak, hoorden zij niet." Hoe kan dit?

• In Handelingen 7:58 wordt Paulus (Saulus) voor het eerst genoemd bij het stenigen van Stefanus. Hij paste op de mantels. Stefanus stond bekend als een zeer vrome man. In zijn brieven heeft Paulus nooit met één woord over dit voorval gerept, laat staan zijn spijt betuigd. Dat is wel heel merkwaardig!
  

• In Handelingen 22:3 vertelt Paulus in Jeruzalem te zijn opgeleid bij Gamaliël, de Farizeeër. Dat was net in de tijd dat Jezus optrad in Jeruzalem, er gevangen en gekruisigd werd. Paulus vertelt hier nooit iets over in zijn brieven. Hij was als het ware getuige.

• In Handelingen 9 wordt beschreven wat Paulus meemaakte op weg naar Damascus. Hij zou blind geworden zijn, omdat hij de volgelingen van Jezus vervolgde. Toen bekeerde hij zich. Het was een heftig moment in het leven van hem. Echter nooit in zijn brieven heeft hij deze gebeurtenis vermeld. Wel zegt hij één keer dat hij vroeger Christenen vervolgd heeft. De brieven zijn eerder geschreven dan het boek Handelingen. Toen was Paulus al dood. Zou het kunnen dat de schrijver van Handelingen, Lucas, dit verzonnen heeft om het verhaal dramatischer te maken?
• In 1 Corinthiërs 15 doet Paulus alle moeite om de Corinthiërs ervan te overtuigen dat er een opstanding ma de dood mogelijk is. Hij rept echter met geen woord over de opstanding van Lazarus, het dochtertje van Jaïrus, laat staan de massale opstanding zoals beschreven in Matthéüs 27. Dat was toch een ongekende gebeurtenis zou je zeggen. Hij moet daar toch iets over gehoord hebben, want hij was in die tijd in Jeruzalem om te studeren bij Gamaliël. Bovendien had hij ook contact met Petrus, Jacobus en andere discipelen. 
  

Samuel

Samuel

In 1 Samuel 17:54 staat dat David het hoofd van Goliath naar Jeruzalem bracht. Dat klinkt vreemd, want Jeruzalem was op dat moment niet in handen van Israël, maar in die van de Jebusieten.

Leviticus, Numeri

Leviticus, Numeri

• In Numeri 22:5 staat dat Bileam woonde in Petor aan de rivier (de Eufraat). Na zijn mislukte opdracht om Israël te vervloeken keert hij daarheen terug (24:25). Dan lezen we in 31:8 dat hij ineens bij de Midianieten behoort en gedood wordt.
• In Numeri 23:19 staat dat God geen berouw kan hebben. In Genesis 6 staat dat het hem berouwt dat hij de mens op aarde gemaakt heeft. In Richteren 2: 18 > Als de Heer hun dan richters verwekt had, was de Heer met den richter en redde hen uit de hand hunner vijanden zolang die richter leefde; omdat de Heer berouw kreeg door hun gekerm vanwege hun verdrukkers en vertrappers.
• 1 Kronieken 21: 15 > Ook zond God een engel naar Jeruzalem om dat te verdelgen, maar zodra hij daarmee begon, zag de Here het, en het onheil berouwde  Hem; Hij zeide tot de verderfengel: Genoeg! Laat nu uw hand zinken. De engel des Heren stond toen bij de dorsvloer van de Jebusiet Ornan.
• In Numeri 12:3 staat dat Mozes een zeer zachtmoedig man was. In Exodus 2:11 begint het echter al. Mozes slaat zomaar een Egyptenaar dood die zijn werk deed. 
• In Numeri 5:1-4 staat dat ieder die melaats is, een vloeiing heeft of een lijk heeft aangeraakt moet worden weggezonden uit het kamp. Wat een vreselijke straf voor ieder die genoodzaakt was een dode af te leggen. Je kon ze moeilijk in de tent laten liggen. Gezien er 3.000.000 mensen in het kamp woonden zal de rand van het kamp kilometers ver weg gelegen hebben. En waar haalden die mensen dan voedsel en water vandaan? 
• In Numeri 20:13 staat dat Mozes op de rots sloeg en dat er veel water uit de rots stroomde. Er zouden echter wel drie miljoen mensen verzameld zijn ter plekke en nog grote kuddes vee. Hoe in hemelsnaam konden al die mensen in korte tijd hun kruiken vullen en het water verdelen?